Samenleven? Regel financiële details!
Nienke van Gelderen
Kent de wijde regio door en door: getogen in Werkendam, naar school gegaan in Gorinchem, lang gewerkt in Zaltbommel. Nauw betrokken bij de Gorcumse binnenstad als secretaris van Stichting Stadsherstel Gorinchem. Gespecialiseerd in familierecht, erfenissen en schenkingen.
Bron: www.destadgorinchem.nl
Afbeelding: (MINISTERIE VAN BEELD)
Elke maand praten de notarissen van ArkelStad notarissen u bij over actuele zaken. Deze keer over het belang van een samenlevingscontract. Samen een huis kopen en vol verwachtingen aan een nieuw leven beginnen is geweldig, maar wie investeert wat? En hoe kun je na een eventuele break up aanspraak maken op terugvordering van jouw ingelegde geld? Onze tip: leg alles vooraf vast!
Samenwonen is leuk. Eindelijk zelfstandig, je eigen plekje. Je koopt een appartementje, maakt plannen voor de inrichting en gaat ervoor. Het komt geen moment bij je op dat er ooit problemen kunnen ontstaan, waardoor je op financieel gebied met elkaar in de clinch kan komen. Maar stel nu dat partner A wat meer verdient dan partner B. Dat hij of zij daardoor meer geld kan inleggen dan de ander. Bijvoorbeeld door tijdens de periode van samenwonen een extra aflossing van de hypotheek voor zijn of haar rekening te nemen. Wat dan als de relatie stuk loopt? Is dat geld dan weg? Of bestaat er een recht op terugvordering, in juridische termen vergoedingsrecht? Dat recht bestaat, maar dan zullen de partners wel aan juridische voorwaarden moeten voldoen. Bijvoorbeeld door alle financiële zaken in een samenlevingscontract vast te leggen.
Een praktijkvoorbeeld van hoe het zonder zo’n contract mis kan gaan: Henk en Sophie hebben ongehuwd samengewoond in een woning die hun gezamenlijk eigendom is. Toen de relatie eindigde, maakte Henk aanspraak op een vergoedingsrecht voor een bedrag van 25.000 euro. Dat had hij uit eigen middelen extra afgelost op de hypotheek die hij samen met Sophie had afgesloten. Sophie verzette zich tegen dat vergoedingsrecht. Zij vond dat de aanspraak van Henk op het geld – zeven jaar daarvoor geïnvesteerd – was verlopen. In het Burgerlijk Wetboek wordt immers een verjaringstermijn van vijf jaar aangehouden. En die was inmiddels verstreken.
Niets aan de hand voor Sophie, lijkt het. Maar het verhaal is nog niet klaar. De rechtbank oordeelde in eerste instantie dat Sophie in haar recht stond. Maar in hoger beroep kreeg Henk toch gelijk: het Hof oordeelde dat Henk wel aanspraak kon maken op een vergoedingsrecht omdat de woning behoort tot een eenvoudige gemeenschap, zoals die staat beschreven in artikel 3:166 van het Burgerlijk Wetboek. Zaak afgedaan. Of toch niet?
Nee dus! De Hoge Raad heeft die uitspraak vernietigd. De reden: de wet kent geen regeling voor vergoedingsrechten van informeel samenlevenden in verband met verschuivingen tussen hun vermogens. Simpel gezegd: er was geen samenlevingscontract waarin de extra investering stond beschreven en dus kon Henk naar zijn geld fluiten. Een simpele afspraak met een notaris aan het begin van de relatie had dit kunnen voorkomen.
Heeft dit artikel vragen bij u losgemaakt? Mail naar info@arkel-stad.nl of bel Nienke van Gelderen, 0183 21 66 91.