Erven wanneer er geen testament is;
ArkelStad notarissen legt het uit
ArkelStad notarissen legt het uit
Nienke van Gelderen
Kent de wijde regio door en door: getogen in Werkendam, naar school gegaan in Gorinchem, lang gewerkt in Zaltbommel. Nauw betrokken bij de Gorcumse binnenstad als secretaris van Stichting Stadsherstel Gorinchem. Gespecialiseerd in familierecht, erfenissen en schenkingen.
Bron: www.destadgorinchem.nl
Afbeelding: (MINISTERIE VAN BEELD)
[GORINCHEM] Wie erft er als er geen testament is? ArkelStad notarissen legt uit.
Als er geen testament is, regelt de wet wie uw erfgenamen zijn en ook voor welke delen. Dat systeem heet de ‘wettelijke erfopvolging’of ‘versterferfrecht’. De wet gaat hierbij uit van vier groepen. De eerste groep komt als eerste in aanmerking om te erven van de overledene. In groep één vallen de echtgenoot en kinderen.
In principe erven alleen personen in de bloedlijn van de overledene. De echtgenoot en het geadopteerde kind vormen hierop een uitzondering: die horen ook bij de erfgenamen in de eerste groep. Een stiefkind wordt niet gezien als een kind van de overledene en is dus niet automatisch erfgenaam. Een geregistreerd partner wordt op dezelfde manier behandeld als een echtgenoot en valt dus ook in de eerste groep erfgenamen. De partner met wie een notarieel samenlevingscontract is gesloten, erft niet automatisch van de overledene. Wel komt hij of zij, net als de echtgenoot of geregistreerd partner, in aanmerking voor regelingen in de erfbelasting, waardoor minder erfbelasting hoeft te worden betaald.
Pas als niemand in de eerste groep kan erven, komen de personen uit de tweede groep aan de beurt. De tweede groep erfgenamen wordt gevormd door de ouders, (half)broers en (half)zussen van de overledene. Nieuwe partners van ouders erven dus niet mee. Mocht ook in de tweede groep niemand in aanmerking komen, dan komt de derde groep aan bod, bestaande uit de vier grootouders. De vierde groep, de overgrootouders, komt pas aan de beurt als niemand in de derde groep kan erven. Volgens de wettelijke regeling – de wettelijke erfopvolging – kun je alleen van de overledene erven, als je zelf niet al eerder overleden bent. Is een erfgenaam eerder overleden, dan komen zijn kinderen in zijn plaats als erfgenaam van de overledene. Dit heet plaatsvervulling.
Overigens geldt dit niet alleen voor erfgenamen die eerder zijn overleden, maar ook voor erfgenamen die de erfenis niet willen hebben (verwerpen) of voor erfgenamen die een misdrijf tegen de overledene hebben gepleegd. De kinderen van deze erfgenaam komen dan als erfgenamen in zijn plaats. De regeling van plaatsvervulling is alleen van toepassing als de oorspronkelijke erfgenaam een kind, broer, zus, grootouder of overgrootouder van de overledene is. Bij plaatsvervulling komen de kinderen van de erfgenaam als een groep in aanmerking voor het erfdeel van die erfgenaam. Ieder kind krijgt vervolgens een gelijk deel van dat erfdeel.
Voor halfbroers en -zussen geldt een uitzondering op de regel dat ieder voor een gelijk deel erft: zij krijgen de helft van wat een volle broer of zus krijgt. Een ouder kan nooit minder kan erven dan een kwart deel. Volgens de wet mag je- op enkele uitzonderingen na – vrij kiezen wie je tot erfgenaam benoemt en mag je ook erfgenamen onterven.
ArkelStad notarissen informeert graag of de wet past bij uw persoonlijke wensen of dat een testament noodzakelijk is.